Lees online provincie Limburg
15juli 2020
Nieuwsbrief 7 - Eikenprocessierups in Limburg
 

In deze nieuwsbrief krijg je een stand van zaken van de ontwikkeling van de rupsen en van het LIFE-project dat in juni werd goedgekeurd.

 

Ontwikkeling rupsen

De rupsen zijn verpopt en bevinden zich nu in de nesten die je in de boom ziet hangen. Ze hangen meestal hoger in de boom, maar in gebieden met veel rupsen kun je ze vinden onder aan de stam. Hier is voorzichtigheid geboden want ze zijn nog steeds een bron van irritatie voor mens en dier. Een aantal van deze nesten zijn wel verwijderd, vooral langs fiets- en wandelpaden. De eerste vlinders worden eind juli verwacht, maar de grote meerderheid komt pas begin augustus uit.

nest processierups hangend in boom

 

Europees LIFE-project
“Eikenprocessierups zonder verbruik van biociden” komt eraan!

Op 1 september 2020 start voor 5 jaar het Europese LIFE-project “Eikenprocessierups zonder gebruik van biociden”. De coördinator, aangeworven door de provincie Antwerpen, gaat dan aan de slag. Iets later start de terreinmedewerker, aangeworven door provincie Limburg. In het project zijn er 3 deelonderzoeken opgenomen: bermen, mezenkasten en de grote poppenrover. De opstart van de bermenproef is deze zomer al voorbereid: de bermen zijn gekozen en de vegetatieopname is gebeurd.

 

Parasietkasten

Tegelijk zullen we ook nog een vierde proef doen, met parasietkasten, in de provincies Limburg, Antwerpen en Gelderland.

In deze kasten worden nesten van eikenprocessierupsen opgesloten, waardoor de rupsen kunnen worden bestreden door natuurlijke vijanden, zoals sluipvliegen en -wespen. De sluipwespen en -vliegen hebben hun eieren in de rupsen gelegd en zijn net zoals de rupsen verpopt en komen, verspreid in tijd, uit de eikenprocessierupsnesten. Het is gebleken dat de eerste parasieten (vliegen) het EPR-nest al verlaten in juli-augustus, maar een volgende groep (minstens zoveel) pas in april, wanneer de nieuwe rupsen net zijn uitgekomen. Deze vliegen blijven als pop overwinteren in de aanwezige nesten.

 

Monitoring Limburgse kasten

In Limburg zien we de nesten in de winterperiode regelmatig uit de boom vallen en mogelijk zijn er hierdoor het volgende jaar minder parasieten. Ze komen op de grond terecht en zijn daar meer onderhevig aan vocht en daardoor aan schimmels en predatoren zoals muizen. De nesten zijn in het begin van de zomer in de kast gestoken uit een gebied in Bree met veel rupsen en parasieten. Per berm hangen er zo vier kasten en daarbuiten nog een monitoringskast.

  • We volgen de inzet en activiteit van natuurlijke vijanden van de rups, zoals sluipvliegen en –wespen, op door gedurende 5 jaar de verandering van de grootte van de EPR-populatie te meten.
  • We monitoren ook de ontwikkelingen in de geplaatste monitorkasten.

 

Hoe werkt het principe van zo'n kast?

De kasten zijn zo ontwikkeld dat de vlinders van de EPR, door slim gebruik van een geperforeerde plaat, niet kunnen ontsnappen als ze uitkomen, terwijl de EPR-predatoren wél vrij in en uit kunnen vliegen door deze kleine openingen. Zo kunnen die predatoren zich in de kasten tegoed doen aan de poppen van de rups, terwijl de EPR-vlinders die in de nestkast uitkomen, sterven achter de geperforeerde plaat van de kasten.
In april komt de parasietvlieg Pales processionea uit deze kast. Deze gaat op zoek naar gastheren - zoals je uit zijn naam kunt afleiden – de eikenprocessierupsen. De vlieg legt eitjes op het blad dat de rups opeet. De eitjes komen zo in de gastheer terecht waar ze zich kunnen ontwikkelen tot vliegen.

Later in het voorjaar is een andere parasiet heel actief die rechtstreeks de grotere rups aanvalt en de huid doorprikt en eitjes in de rups legt.

Doordat de parasieten in ideale omstandigheden de winter doorkomen, hebben ze in april een voorsprong om de nieuwe rupsen te bezoeken. De parasieten kunnen zich in deze kasten - in de directe omgeving van andere rupsennesten - snel voortplanten, en kunnen zo ook andere EPR-nesten buiten de opgehangen nestkasten aanvallen.

 

Wat onderzoeken we in deze kasten?

  • We willen uittesten of er op deze manier een natuurlijke cyclus op gang komt die spuiten met biologische bestrijdingsmiddelen in enkele jaren volledig kan vervangen. Deze methode kunnen we toepassen in gebieden waar we geen biociden mogen gebruiken.
  • Tegelijk monitoren we ook de ontwikkeling en levenscyclus van de sluipwesp en –vlieg. De monitoringsnestkasten laten de sluipwespen en –vliegen niet ontsnappen zodat wij meer kennis vergaren over welke soorten op welke tijdstippen uitkomen. Dankzij die kennis kunnen we inspelen op de behoeften van deze predatoren en het landschap aantrekkelijker maken.

 

72 parasietkasten en 18 monitoringskasten opgehangen

Voor de proef worden er volgende dagen 72 parasietkasten en 18 monitoringskasten opgehangen. In Limburg hebben we 6 reeksen van de parasietkasten gehangen in gebieden met veel rupsen.

We houden je op de hoogte van de studie.

 

 
Nestkast en parasiekast
 

Tijdens het seizoen van de eikenprocessierups ontvang je op regelmatige tijdstippen een nieuwsbericht met de laatste stand van zaken. Is deze informatie ook zinvol voor een collega of iemand anders in jouw organisatie? Laat het ons dan weten via eikenprocessierups@limburg.be. We voegen hem of haar graag toe aan de geadresseerden.

 
 

Contactgegevens bij vragen over de eikenprocessierups

eikenprocessierups@limburg.be

Bij vragen over gezondheidsklachten veroorzaakt door de eikenprocessierups: Gezondheidsinspectie Limburg

Logo Limburg
Universiteitslaan 1
3500 Hasselt
medisch milieukundigen
e-mail: Logo@logolimburg.be
Tel: 011 15 12 30

Bij vragen over de ecologie van de eikenprocessierups:
Provinciaal Natuurcentrum

Craenevenne 86
3600 Genk
contactpersoon: Luc Crevecoeur
Tel. 011 26 54 50
Fax 011 26 54 55
e-mail: eikenprocessierups@limburg.be of luc.crevecoeur@limburg.be


 
logo's
 
 
 

@ProvinciaalNatuurcentrum


@KlimaatLimburg
 
 
 

Provinciaal Natuurcentrum, Craenevenne 86, BE-3600 Genk | tel. 011 26 54 50
Privacybeleid - Disclaimer & Copyright